Aanval op Jordaanse kerk: 22,5 jaar cel

Vijftien jaar was er geëist tegen drie mannen die een aanslag op een kerk beraamden. Vanwege het gevaarlijke en afschrikwekkende karakter van de mogelijke gevolgen van de geplande aanslag verhoogde de staatsveiligheidsrechtbank het vonnis echter tot 22,5 jaar.

De drie mannen stonden terecht voor het beramen van subversieve acties, het trachten uitvoeren van een terroristische aanval en het in bezit hebben van ontvlambare stoffen met een illegaal oogmerk.

Een van de drie daders was op het idee gekomen om een aanslag te plegen tijdens zijn verblijf in de gevangenis in 2005, waar hij medegevangenen ontmoette die waren beschuldigd van het beramen van subversieve acties.

Oorspronkelijk was hij van plan om een politiebataljon in de buurt van de gevangenis aan te vallen met een auto die geladen was met explosieven. Omdat er veel bewaking in de buurt was, veranderde hij van gedachten en besloot hij om in plaats daarvan een kerk aan te vallen.

Hij informeerde de twee andere verdachten over zijn voornemen en ze sloegen explosieven in, die ze in een afgelegen gebied uittesten. Omdat hij niet genoeg geld had besloot hij zijn auto in te ruilen voor drie gascilinders.

Terwijl hij op weg was op deze ruil tot stand te brengen werd hij tijdens een routine politiecontrole aangehouden, hij weigerde te stoppen en na een achtervolging werd hij gearresteerd. Waarna de politie in de auto de materialen aantrof voor de zelfmoordactie.